N.V. Westerscheldetunnel Meer WST
Blijf op de hoogte Blijf op de hoogte van de actuele verkeersinformatie

Vanuit onze controlekamer op het Tolplein bewaken tunneloperators 24 uur per dag, 7 dagen per week de Westerscheldetunnel, de Sluiskiltunnel, het Tolplein, het tracé en alle omliggende wegen met behulp van moderne apparatuur, zoals camera’s en diverse detectieapparatuur. Autopech, afgevallen lading of een ongeval in de tunnel? Geen paniek. In de controlekamer op het Tolplein zien onze tunneloperators wat er gebeurt en zorgen voor hulp. Hoe gaat dat in zijn werk?

Lees verder
Hulppost om de 50 meter

In de tunnels bevinden zich om de 250 meter dwarsverbindingen die in noodgevallen een veilige vluchtroute bieden. Daarnaast is er elke 50 meter een goed verlichte hulppost met een schuimblusser, een brandslang en een telefoon waarmee je direct contact kunt opnemen met de tunneloperator.

Maar dat is nog niet alles: de tunnels zijn uitgerust met talloze andere veiligheidsvoorzieningen, zoals camera’s, een omroepinstallatie, ventilatoren, een alarm- en uitstapsignaal, een verkeerdetectiesysteem, verlichting en diverse andere signaleringsmiddelen.

Lees verder

We willen graag dat iedereen snel en veilig onze tunnels passeert en zien het liefst dat beide tunnels 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar zijn. Gelukkig zijn incidenten zeldzaam, maar soms is een tijdelijke afsluiting nodig, bijvoorbeeld door pech, onderhoud of rommel op de rijbaan.

Voordat je op weg gaat, geven we je graag een aantal tips: hoe je veilig de tunnel inrijdt en wat je moet doen bij een incident.

Lees de veiligheidstips
Hittewerende bekleding

De Westerscheldetunnel en de Sluiskiltunnel zijn uitgerust met hittewerende maatregelen die bestand zijn tegen een brand van twee uur bij een maximale temperatuur van 1350 °C. Hiermee voldoen beide tunnels aan de Nederlandse norm voor tunnelveiligheid. Ze behouden dus hun constructieve sterkte, ook bij brand.

De wijze waarop deze bescherming is aangebracht, verschilt per tunnel. In de Westerscheldetunnel zijn de betonnen segmenten na de bouw voorzien van een 45 mm dikke hittewerende spuitmortel. In de Sluiskiltunnel zijn speciale hittebestendige vezels direct in het beton verwerkt tijdens de bouw.

Voertuigen hoger dan 4,30 meter mogen de tunnels niet in. Dit is belangrijk voor de veiligheid van alle weggebruikers én om schade aan de tunnel te voorkomen.

Wordt een te hoog voertuig toch gedetecteerd, dan treedt automatisch een waarschuwingssysteem in werking:

  • de verkeerslichten voor de tunnel beginnen oranje te knipperen;
  • het bord ‘Te hoog voertuig’ licht op;
  • de melding wordt direct doorgegeven aan de tunneloperator.

De chauffeur moet dan stoppen vóór de slagboom. Via de intercom neemt hij of zij contact op met de operator, die uitlegt hoe het voertuig veilig het tracé kan verlaten.

Soms ontstaat er file voor de Oostbuis richting Borssele. Bijvoorbeeld bij drukte, of wanneer de tunnel tijdelijk gesloten was vanwege de berging van een pechgeval.

In zulke gevallen passen we tunneldosering toe: we beperken dan tijdelijk het aantal voertuigen dat de tunnel in mag. Zo blijft het verkeer in de tunnel veilig doorstromen. Waarom dat belangrijk is, leggen we je graag uit.

Lees meer over tunneldosering
Winterse gladheid

Samen met Rijkswaterstaat, Provincie Zeeland, North Sea Port en waterschap Scheldestromen zorgen we voor gladheidbestrijding op de Zeeuwse wegen. Zo kun jij ook in de winter veilig de weg op.

Om te bepalen waar en wanneer gestrooid moet worden, gebruiken we een geavanceerd gladheidmeldsysteem met dertig meetpunten verspreid over Zeeland. Dit systeem monitort temperatuur, luchtvochtigheid en wegdekcondities.

Moet er gestrooid worden? Dan ontvangen de zoutopslaglocaties automatisch een seintje. Vanuit dertien steunpunten vertrekken tot wel zeventig strooiwagens om de Zeeuwse wegen veilig en begaanbaar te houden.

Een strooiactie kan op elk moment van de dag of nacht plaatsvinden. Onze tunneloperators informeren weggebruikers via digitale informatiepanelen langs de weg over de actuele wegomstandigheden.

Top 5 veelgestelde vragen

  • Wat moet ik doen als ik hulp nodig heb?

    Sta je in een tollaan en heb je hulp nodig? Druk op de intercom en je krijgt de hoofdtolgaarder aan de lijn. Die kan je helpen of stuurt een tolpleinmedewerker naar je toe. Er loopt altijd een tolpleinmedewerker op het plein.

  • Waarom wordt er 1 rijstrook afgesloten in de tunnelbuis, als het pechgeval pas ná de tunnel staat?

    Wanneer er een pechgeval aan het eind van de tunnelbuis of direct erbuiten staat, dan wordt er uit voorzorg één rijstrook afgesloten in de hele tunnelbuis. Dit wordt ook gedaan bij werkzaamheden. Het verkeer kan (meestal over de linkse rijbaan) passeren met een beperkte snelheid van 70 km/u. Het is vanuit de tunnelwetgeving niet toegestaan om in een tunnel rijstroken te verminderen. Dit omdat het invoegen van verkeer van twee naar één rijstrook gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, zeker vanwege het snelheidsverschil tussen het langzamere vrachtverkeer en personenauto’s. Dit kan filevorming veroorzaken of een aanrijding. Bij file in de tunnel zijn wij verplicht om de tunnel te sluiten. Aangezien we dit voor willen zijn, sluiten we voor de tunnel één rijstrook af en wordt het verkeer rustig naar één rijbaan geleid. Zo kunnen we de verkeersdoorstroming waarborgen.

  • Waarom wordt de tunnelbuis afgesloten als iemand met een te hoog voertuig de tunnel in wil rijden?

    Het te hoge voertuig kan schade veroorzaken aan de tunnelinstallaties die bevestigd zijn aan het tunneldak. Dit kan gevaarlijke situaties opleveren voor het overige verkeer. Daarom wordt de tunnel uit voorzorg afgesloten. Voor de tunnelinrit is een detectiesysteem geïnstalleerd, dat te hoge voertuigen signaleert. Wanneer een te hoog voertuig passeert, sluit de slagboom voor de tunnelinrit automatisch. Via borden en het omroepsysteem wordt de chauffeur verplicht het tracé via aparte dienstwegen te verlaten. Wanneer de chauffeur toch probeert door te rijden, wordt de tunnelbuis voor het overige verkeer afgesloten en de tunneloperator schakelt de politie in. Het te hoge voertuig wordt tijdens de rit door de tunnel met de camera’s gevolgd door de operator om te kijken of hij geen schade veroorzaakt. Na de tunnel wordt de chauffeur door de politie aangehouden en beboet. De boete voor een dergelijk “economisch delict” bedraagt minimaal € 700.

  • Waarom mag er geen file in een tunnel ontstaan?

    File in de tunnel is ongewenst, omdat veel voertuigen zich tegelijkertijd in een tunnelbuis bevinden en de kans op kop-staartbotsingen daarmee groter wordt. Daarnaast is het vanuit veiligheidsoverwegingen niet gewenst vanwege de manier waarop de ventilatie werkt. In geval van een incident met rookvorming wordt de ventilatie ingeschakeld in de rijrichting van het verkeer. Zo gaat de rook niet over de voertuigen heen, die voor het incident vaststaan en op dat moment geen kant op kunnen. Verkeer dat zich nog voorbij het incident in de tunnel bevindt, ervaart geen opstopping en kan de tunnel gewoon uitrijden, voordat de rook die kant op geblazen wordt.

    In geval van file zou in ieder geval een deel van de voertuigen voorbij het incident ook geen kant meer op kunnen en zouden deze voertuigen in de rook komen te staan met alle gevolgen van dien. Daarom is het van belang om file in de tunnel te voorkomen en zal de tunneloperator tunneldosering en/of een snelheidsbeperking instellen bij drukte.

     

  • Wat is tunneldosering en waarom wordt het toegepast?

    Als we bij een file voor de tunnel, de tunnelbuis met twee rijstroken tegelijk openstellen, kan dit voor stilstaande voertuigen en onveilige situaties in de tunnel leiden. Hierdoor wordt de kans op een nieuw incident groot. Om dit te voorkomen zet de tunneloperator, indien nodig, tunneldosering in. Tunneldosering is het gereguleerd toelaten van verkeer in de tunnel. Vaak ontstaat er file voor de tunnel, omdat er een incident heeft plaatsgevonden waarbij de tunnelbuis tijdelijk dicht moet. Bij het open gaan van de tunnelbuis wordt het verkeer over één rijstrook geleid met een snelheidsbeperking van 70km per uur. De andere rijstrook blijft afgesloten. Verderop in de tunnel geldt vervolgens de snelheidsmaatregel 80-80, je mag dan 80km per uur op beide rijstroken. Deze maatregel zorgt ervoor dat het inrijdende verkeer weer snel uit elkaar rijdt. Zo ontstaat er voldoende ruimte om veilig en vlot de weg te vervolgen! Op deze manier voorkomen we dat er nóg een in incident plaatsvindt in de tunnel.

    De tunneloperator houdt via camerabeelden de situatie continu nauwlettend in de gaten en neemt maatregelen die op dat moment het best passend zijn voor de situatie. Alles met het oog op het voorkomen van een incident en een veilige en goede doorstroming van het verkeer.

Veelgestelde vragen