Hulpposten
Als je door de tunnel rijdt, zie je aan de rechterkant van de tunnelwand rode deuren met daarachter hulpposten. Open je een hulppost, dan krijgt de tunneloperator een signaal en ziet hij je, via de camera in de hulppost, automatisch in beeld. Maar wat zit verder nog in een hulppost en wat kun je ermee?
Wat vind je in de hulppost?
Een hulppost bestaat uit twee delen: een algemeen deel en een deel voor de hulpdiensten. In het algemene deel vind je voorzieningen die jij als bestuurder kunt gebruiken bij pech of een incident in de tunnel:
- Een slanghaspel met een slang van ruim 50 meter. Met het schuimvormend middel kun je een voertuigbrand blussen.
- Een uitneembare schuimblusser.
- Een noodtelefoon waarmee je rechtstreeks naar de operator kunt bellen.
Deel voor hulpdiensten
Dit deel is voor de hulpdiensten. Je vindt er:
- Een wandcontactdoos van 230V
- Een aansluitpunt voor bluswater (lagedrukslangen) en een wateropbrengst van 2000 liter/minuut. Er is een drukverlager ingebouwd, zodat hulpdiensten die niet hoeven aan te sluiten.
- Een verwarmingselement. Dit zorgt ervoor dat de temperatuur in de hulppost niet onder het vriespunt komt.
- Schuimvormend middel. Dit wordt bij het water uit de slanghaspel gemengd. De voorraad is genoeg om 25 minuten met schuim te kunnen blussen. Daarna kan er onbeperkt met water geblust worden.
- Een drukknop voor de noodbediening van de brandbluspompen.
Hulpposten in de Sluiskiltunnel
Ook in de Sluiskiltunnel vind je elke 50 meter een hulppost. Net als bij de Westerscheldetunnel bestaan ze uit een algemeen deel en een deel voor hulpdiensten. Toch zijn ze niet helemaal hetzelfde. De indeling van een hulppost in de Sluiskiltunnel is net iets anders:
- Een brandslang met ruim 50 meter slang. Met het schuimvormend middel kun je een voertuigbrand blussen.
- Een uitneembare schuimblusser.
- Een noodtelefoon waarmee je rechtstreeks naar de operator kunt bellen.
Deel voor hulpdiensten
- Twee wandcontactdozen van 230V
- Een aansluitpunt voor bluswater (lagedrukslangen) en een wateropbrengst van 2000 liter/minuut. Op de koppeling kan een drukverlager geplaatst worden.
- Een verwarmingselement. Dit zorgt ervoor dat de temperatuur in de hulppost niet onder het vriespunt komt.
- Schuimvormend middel. Dit wordt bij het water uit de slanghaspel gemengd. De voorraad is genoeg om 25 minuten met schuim te kunnen blussen. Daarna kan er onbeperkt met water geblust worden.
Dwarsverbindingen
Naast hulpposten vind je in beide tunnels ook dwarsverbindingen. Dit is een tunnel van zo’n 12 meter tussen de twee tunnelbuizen. In het geval van een brand kun je hier naar toe vluchten. Je vindt de vluchtdeuren naar de dwarsverbinding aan de linkerkant in de tunnelwand.
Vluchtdeuren
Alle dwarsverbindingen hebben brandwerende vluchtdeuren. In een noodsituatie worden de vluchtdeuren door de tunneloperator ontgrendeld. Daarnaast sluit de tunneloperator beide tunnelbuizen volledig af. Het verkeer dat nog in de tunnel rijdt, wordt naar de rechter rijstrook geleid. Zo rijden er geen voertuigen op de linker rijstrook en kunnen tunnelgebruikers in de incidentbuis veilig de dwarsverbinding bereiken en naar de andere, veilige tunnelbuis vluchten.
Wat vind je in een dwarsverbinding?
- Een lichtkrant. Dit informatiepaneel geeft de veilige vluchtrichting aan.
- Aluminium oprijplaten. De dwarsverbindingen hebben een opstap van 25 cm. Door het gebruik van oprijplaten kunnen ook mensen met een lichamelijke beperking naar de dwarsverbinding vluchten.
- Luidspreker. Zo geeft de tunneloperator instructies aan de tunnelgebruikers.
- Verlichting
- Noodtelefoon. Hiermee kun je rechtstreeks naar de tunneloperator bellen.
- Ventilatoren voor overdruk. Dit zorgt ervoor dat bij het openen van een vluchtdeur vanuit de incidentbuis geen rook de dwarsverbinding in komt.
Dwarsverbinding in de Sluiskiltunnel
De dwarsverbinding in de Sluiskiltunnel is zo’n 8 meter lang. Je vindt hier de volgende voorzieningen:
- Een lichtkrant. Dit informatiepaneel geeft de veilige vluchtrichting aan.
- Aluminium oprijplaten. De dwarsverbindingen hebben een opstap van 25 cm. Door het gebruik van oprijplaten kunnen ook mensen met een lichamelijke beperking naar de dwarsverbinding vluchten.
- Luidspreker. Zo geeft de tunneloperator instructies aan de tunnelgebruikers.
- Verlichting
- Noodtelefoon. Hiermee kun je rechtstreeks naar de tunneloperator bellen.
Overdruk
Tussen de incidentbuis en de veilige buis zit een drukverschil. Dit zorgt er voor dat er geen rook in de dwarsverbinding komt, als de vluchtdeur vanuit de incidentbuis geopend wordt. De eerste en laatste dwarsverbinding in de Sluiskiltunnel zitten in de in- en uitrit. Hier zit een ventilatieopening in het plafond. Daardoor ontstaat overdruk en kan rook de dwarsverbinding niet binnen komen als de deur geopend wordt.
Aanduiding vluchtroute
Door de volgende, vaste signalering kun je de dwarsverbindingen vinden:
- Verlichting van de vluchtdeur
- Verlicht pictogram boven de vluchtdeur
- Merktekens op het wegdek
- Aanduiding op de tegenoverliggende tunnelwand
Extra signalering
In een noodsituatie gebruiken we extra signalering. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat extra aanduidingen nodig zijn om tunnelgebruikers aan te zetten tot vluchten. Daarnaast zorgen we er met extra verlichting en geluidsbakens ook voor dat in het geval van rookontwikkeling in de tunnel de dwarsverbindingen ook te vinden zijn.